‘De grafiek loopt zo, en dan zo en dan weer een beetje zo.” Met een sigaretje in zijn hand maakt dj Reinier Zonneveld (32) golfbewegingen met zijn handen. Met zes voorbeelden uit de oneindige muziekbibliotheek die in zijn computer zit, vliegt de ontwikkeling van de elektronische muziekgeschiedenis in een razend tempo voorbij. „Het begon keihard, toen werd het wat langzamer, toen weer wat harder, toen weer wat langzamer. We zitten nu wel echt in de extreme top van de grafiek. Techno is keihard en supersnel. We zijn aan het karren!” zegt hij met een grijns op zijn gezicht.
Afgelopen vrijdag is Zonnevelds vierde album Heaven is Mad (For You) uitgekomen. In zijn gloednieuwe Amsterdamse studio, gebouwd door de mensen die ook de studio’s van Afrojack en Martin Garrix in elkaar zetten, vertelt de boomlange dj uit Alphen aan de Rijn over zijn nieuwe project. „Ik werd een paar jaar geleden nog voor gek verklaard dat ik zo hard draaide, maar ik zei toen al: let maar op, dit gaat populair worden. Nu staat mijn album gewoon vol met tracks op 160 bpm, van happy hardcore tot trance.” Toch is het ook een album dat je thuis op kan zetten. „Het idee was om een combinatie te maken tussen knallende rave techno, mét emotionele lading. Een album met een verhaal, dat op de dansvloer én thuis op de bank werkt. Dat is aardig gelukt.”
Zonneveld is immens populair. Hij werkte samen met dj’s als Armin van Buuren en Carl Cox, heeft een goedlopend eigen label (Filth on Acid) en zijn eigen festival. Hij toert de hele wereld over en heeft een Guinness World Record op zijn naam staan (voor de langste elektronische muziek liveset ooit, 11 uur en 11 minuten, enkel eigen muziek). Aanstaande zondag op ADE is hij de hoofdact van Awakenings in de Ziggo Dome, waar hij de hele dag live zal draaien, back-to-back met zijn jeugdhelden, Nina Kraviz en Adam Beyer. En natuurlijk met zijn vriendin, de Duitse dj Kiki Solvej. Ze toeren samen de wereld rond.
Bach en Debussy
Muziek zit diep in zijn genen. Op driejarige leeftijd begon hij al met pianospelen en in zijn jeugd gaf hij pianoconcerten waar hij Bach, Satie of Debussy speelde. Het plan was om naar het conservatorium te gaan. Het liep anders. „Ik had geen zin om concertpianist te worden. Ik wilde produceren, maar dat kon toen nog niet op het conservatorium. Dus op het laatste moment besloot ik om econometrie en finance te gaan doen.”
In die tijd, rond 2008, maakte Zonneveld vooral hiphop, ambient en een beetje trancemuziek. „Mijn oom, die pianoleraar is [onder anderen van dancesuperster Laidback Luke, red.], had vroeger zo’n kamer vol met synthesizers en keyboards waar ik als kind mee mocht spelen. Dat vond ik geweldig.” Nadat zijn huisgenoot hem op een avond meenam naar Richie Hawtin in club Catwalk in Rotterdam (het huidige Toffler), was hij op slag verliefd. „Ineens wist ik het: ik wilde techno maken. Gelukkig had ik een keyboard met gewogen toetsen op mijn studentenkamer staan die ik op mijn laptop kon aansluiten. Vanaf die nacht ben ik niet meer mee gestopt met produceren.”
Versnellingstrend
Lang draaide hij vooral op illegale raves en in kleine clubs. Hij was resident dj bij dj-café Bootleg en stuurde zijn tracks op naar grote labels. Hij stopte al zijn geld in de muziek. Maar: „Ik zag mijn studieschuld steeds hoger oplopen en dacht, shit, als de muziek niet lukt, heb ik echt een probleem.” Rond 2014 had hij releases op serieuze labels als Richie Hawtin’s Minus en Drumcode Records van Adam Beyer. Maar dat zette niet echt zoden aan de dijk.
Daar kwam verandering in toen hij een demo van zes nummers opstuurde naar de Duitse dj Oliver Koletzki. „Zijn label, Steel for Talent, was destijds heel populair in Berlijn. Hij belde me een paar maanden later op en zei, kijk even in je agenda. Allemaal shows. Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk. Hij had me als zijn support act in de line-ups gezet. Ineens stond ik voor tweeduizend man publiek op primetime. Daarna ging het als een speer.”
Een kleine tien jaar later is Zonneveld zelf in die positie. „Ik probeer jong talent te helpen waar ik kan. Ik heb boven mijn eigen studio vier studio’s laten bouwen die talentvolle dj’s voor een vriendenprijs kunnen huren. Ik probeer naar de demo’s te luisteren die ik opgestuurd krijg. Dat zijn er tienduizend per week, dus ik kan niet alles horen.”
Dat dat er zoveel zijn, komt omdat er tegenwoordig veel meer dj’s zijn. „Vroeger wilde iedereen rockster worden, nu dj”, zegt Zonneveld. „Dat zorgt ervoor dat genres veel sneller veranderen, dat trends sneller gaan en er meer wordt gemaakt. Daarom is er nu ook die enorme versnellingstrend gaande. Wat ik geweldig vind. Zelfs in de EDM, commerciële dance, waar ik echt een hekel aan heb, merk je dat het harder gaat. Dat een jonge generatie dat voor elkaar krijgt, is toch gewoon punk man. Knallen, schijt aan alles. Ik hou daar wel van. Het is weer echt raven zoals vroeger, maar dan in een nieuw jasje.”
Een kleine waarschuwing wil Zonneveld wel geven: er moet plek zijn voor al deze jonge talenten om vrijblijvend te laten zien wat ze kunnen. Door prijsstijgingen en de enorme hoeveelheid festivals heeft de clubcultuur het zwaar. „Waarom zou je voor twee tientjes naar een onbekende dj gaan kijken, terwijl je voor vier of vijf tientjes je grootste helden kan zien? Toch is het wel écht belangrijk dat de clubcultuur als kweekvijver voor talent blijft bestaan. Dj’s breken door in clubs, dus zonder clubs zijn er geen festivals. Daarom probeer ik ieder jaar naast festivals ook een tour langs clubs te maken.”